Johannes Schiotling
De bovenrand van de terrine laat een onregelmatige schuimkam zien, onderbroken door twee virtuoos gevormde rocailles met daarop de oren, opgebouwd uit rolvoluten met een schelpmotief. Dat de schuimkam is gedreven, maar het tweetal rocailles geappliqueerd, is alleen aan de binnenzijde af te lezen. Het deksel is in vieren gedeeld door C-voluten tussen schelpenmotieven, te midden van schuimkammen. De Lodewijk XV- ofwel rococostijl is niet helemaal consequent doorgevoerd: vier klassieke laurierguirlandes passen in de symmetrische dekselopbouw en duiden op de aankomende Lodewijk XVI-stijl. In die nieuwe classicistische stijl had Schiotling twee jaar tevoren al twee overtuigende kandelabers geleverd.[1] Het deksel heeft een naturalistische, opengebarsten granaatappel als knop. Deze is met schroef en moer op het deksel bevestigd. Op de onderzijde daarvan is alleen een provinciaal keur afgeslagen, een andere dan op de onderkant van de terrine. Ondanks de aanduiding ragoutterrine is het gebruik natuurlijk velerlei.
hoogte 13,5 cm, breedte 19,7 cm, ø 15,9 cm
Zilver
717 gr
1 MEESTERTEKEN ISL in rechthoek
2 STADSKEUR wapen Amsterdam
3 GEHALTETEKEN gewestelijk wapen Holland
4 JAARLETTER P
5 GEHALTETEKEN gewestelijk wapen Holland
BR1617
K.A. Citroen, Amsterdamse zilversmeden en hun merken, Amsterdam 1975, nr 575 (bio, meesterteken);
Th.M. Duyvené De Wit-Klinkhamer, M.H. Gans, De geschiedenis van het Nederlandse zilver, Amsterdam 1965, pl. 121 (als: 1773);
Abraham L. den Blaauwen, Zilver op Sypesteyn. Een keuze uit het bezit van de Martens-Mulder-Stichting en de Van Sypesteyn-Stichting, z.p. / Nieuw-Loosdrecht 1996, nr 45;
Dirk Jan Biemond, ‘Biografieën’, in: Jan Rudolph de Lorm, Amsterdams goud en zilver (cat. Rijksmuseum, Amsterdam; Catalogi van de verzameling kunstnijverheid van het Rijksmuseum te Amsterdam, dl. 3), Amsterdam/Zwolle 1999, p. 531;
Rebecca E. Roskam, Dirk Jan Biemond, ‘Biografieën’, in: Hubert Vreeken, Annemarie den Dekker, Goud en zilver met Amsterdamse keuren (cat. Amsterdams Historisch Museum, Amsterdam), Amsterdam / Zwolle 2003, p. 468-469;
Jean-Pierre van Rijen, Martens-Mulder Collectie. Zilver uit de 17de en 18de eeuw, z.p. 2018, p. 207; afb. p. 206-207, cat.nr 62