KELK MET PATEEN

verm. 1588

Willem vander Mont

Antwerpen

De zeslobbige voet heeft een gewelfde en vervolgens opstaande rand, versierd met bloemrozetten respectievelijk ruiten. De welving van de ronde bovenvoet voert tot aan de manchet. Eén van de lobben is versierd met een gedreven, ovaal wapen bestaande uit een kruis vergezeld van een klimmende leeuw en een achtpuntige ster (hieronder). Links en rechts hiervan zijn de initialen ‘M.T.W.’ en ‘A.D.P.’ gegraveerd. Op de overige lobben en op drie door blad- en C-voluten omlijste ovalen op de bovenvoet zijn de lijdenswerktuigen gedreven. Weergegeven zijn een karwats, een gesel van twijgen, kruisnagels, een lantaarn, een nijptang, een kruis, een geselkolom, de kruistitel (INRI), een pantserhandschoen, een door een zwaard afgeslagen oor, een buidel en dertig zilverlingen, een kan met bekken, een lans, een spons op een hysopstengel, een ladder, dobbelstenen, de doek van Veronica, twee handen, twee voeten en een hart (de kruiswonden; zie hieronder), drie zalfpotten, een hamer, een doornenkrans en een rieten staf. Tussen de ovalen prijken gevleugelde engelenkopjes, die terugkeren op de ringvormige manchet. De zeszijdige stam is versierd met bloemrozetten en voluten. De vlakken boven de nodus zijn gelijk, de decoratie op de vlakken eronder alterneert. Eén vlak is vervangen. De zes segmenten van de ellipsoïde nodus zijn van elkaar gescheiden door parelranden. Ieder vlak toont een patroon van opengewerkte voluten en een opgelegd gevleugeld engelenkopje. De gewelfde cuppa rust op een rand van godrons afgewisseld met een geteld-geld-motief. 

De cuppa is vernieuwd, de tegencuppa is toegevoegd. De niet gemerkte pateen heeft een licht gewelfde spiegel. Op de bovenzijde ontbreekt het kruisje; aan de onderzijde is alleen de rand verguld.

De deels leesbare jaarletter B lijkt ongekroond, hetgeen de gekroonde varianten (1612/13 of 1634/35) uitsluit. De precieze datering is ingegeven door de jaarletter (1587/88) en het feit dat Vander Mont meester wordt in 1588. Waaarschijnlijk zijn als parallelle lijnen vaag vingers te zien van het Antwerpse ‘handje’ (stadskeur). Een vierde teken is onleesbaar.[1]

[1] Met dank aan mw Anne-Marie Claessens-Peré, Antwerpen.

Afmetingen

hoogte 23,4 cm, ø voet 15,8 cm,
ø cuppa 10 cm, pateen ø 16,3 cm

Materiaal

verguld zilver, pateen: deels verguld zilver

Gewicht

543,3 gr
pateen 102,9 gr

Merken

1 tweemaal: MEESTERTEKEN druiventros
2 STADSKEUR hand (?)
3 JAARLETTER (gekroonde?) B

Inventarisnummer

BR1616 (A-B)

Literatuur

Abraham L. den Blaauwen, Zilver op Sypesteyn. Een keuze uit het bezit van de Martens-Mulder-Stichting en de Van Sypesteyn-Stichting, z.p. / Nieuw-Loosdrecht 1996, nr 7 (als: mogelijk Peeter van Oeffel, ’s-Hertogenbosch, 1635); 

G. Van Hemeldonck, Het grootwerk. Goudsmeden, zilversmeden en juweliers vermeld te Antwerpen, 13de-19de eeuw, Antwerpen 2005 (cdrom), nrs 16-1322, 17-813 (bio);

Jean-Pierre van Rijen, Martens-Mulder Collectie. Zilver uit de 17de en 18de eeuw, z.p. 2018, p. 274, 281, 287; afb. p. 275-277, 287, cat.nr 17 (als: ca 1660/19de eeuw, onbekende zilversmid)