THEEBUS

Het canopische lichaam van het theebusje is op zes vlakken rondom en op de schouder versierd met bloem- en bladranken in cut-card-techniek op een geruwde grond, een techniek vooral toegepast aan het einde van de 17de en het begin van de 18de eeuw. Indertijd werd gesproken over ‘Doorgebroken Zilver-smidswerk’ en ornamentprenten leverden de voorbeelden voor dergelijke busjes (hieronder). Jan Folkema leverde in twee series ontwerpen.[1] Ook de bovenzijde van de losse dop toont dit motief: aan het bekronend knopje ontspringen zes verschillende bloemranken. De gewelfde voet en de cilindrische hals van de losse dop zijn versierd met een koord- en blokkenrandje respectievelijk laurierranden. De oudste Nederlandse theebus in deze techniek dateert uit 1677 (hieronder).[2]