KELK

verm. 1640

Thomas Boogaert

Amsterdam

Boven een gewelfde rand met acanthusblad is de zeslobbige voet versierd met zes gevleugelde engelenkopjes in hoog reliëf. Drie paar vleugels omlijsten voorstellingen uit het leven van Christus: de aan­bid­ding der her­ders, de kruisgroep en de opstanding. Bladwerk en engelen komen terug op de balustervormige nodus, die is gevat tussen ringvormige manchetten. De opengewerkte cuppa toont vruchtenfestoenen aan linten en omvat een (vernieuwde) cuppa met een verwijde liprand. De kelk is geheel verguld.

De miskelken van Thomas Boogaert, die veel voor de katholieke kerk werkte, zijn tot drie basismodellen te herleiden.[1] Dit type met de zogenoemde engelenvoet werd ook in het assortiment van zijn zoon Joannes opgenomen. Bij tenminste tien kelken werd de voet toegepast, maar ook bij vijf monstransen en een ciborie. Zeven stuks met het meesterteken van Thomas Boogaert dateren uit de periode 1639-1650, de rest werd na diens overlijden geleverd door Joannes. Twee­derde van de door vader en zoon gemaakte stukken tonen de­ op deze kelk weergegeven scènes. De kruisgroep gaat terug op een houtsnede uit de zogeheten Kleine Passie (1511) van Albrecht Dürer (1471-1528), of in ieder geval kopieën of tekeningen hiervan. Hier resten naast Christus slechts Maria en Johannes, beiden sterk vereenvoudigd, maar op ander liturgisch vaatwerk zijn meer details overgenomen.[2] De eveneens tot drie personen teruggebrachte scène van de wederopstanding van Christus komt onder meer terug op een 49,6 cm hoog, bronzen reliëf in de collectie van het Bayerisches Nationalmuseum in München (hieronder).[3] De directe inspiratiebron is onduidelijk.[4]

[1] C.M. Westerink, ‘De Amsterdamse zilversmeden Thomas en Johannes Boogaert: hun nagelaten oeuvre’, in: Paul le Blanc (red.), Kerkelijk zilver. Negen opstellen over kerkelijke edelsmeedkunst, Den Haag/Utrecht 1992, p. 44-65, p. 56-58; Jean-Pierre van Rijen, ‘“Tot het verciersel van het altaar”. Kerkelijk zilver in het bisdom Rotterdam’, in: Verborgen kerkschatten. Katholieke kunst uit Zuid-Holland (cat. Historisch Museum Rotterdam), Utrecht/’s-Gravenhage 1996, p. 132-186, 267-322, p. 141-145.

[2] Zie: J.R. ter Molen, Zilver (cat. Museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam), Rotterdam 1994, p. 78.

[3] Bayerisches Nationalmuseum, München, inv.nr 70/57 (Ingrid Weber, Deutsche, niederländische und französische Renaissanceplaketten 1500-1650. Modelle für Reliefs an Kult-, Prunk- und Gebrauchsgegenständen, München 1975, dl. 1: nr 412.14A, dl. 2: afb.).

[4] Ingrid Weber, Deutsche, niederländische und französische Renaissanceplaketten 1500-1650. Modelle für Reliefs an Kult-, Prunk- und Gebrauchsgegenständen, München 1975, dl. 1: nr 412.14, dl. 2: afb.

Afmetingen

hoogte 32 cm, ø voet ca 18,5 cm, ø cuppa 10,6 cm

Materiaal

Verguld zilver

Gewicht

843,4 gr

Merken

1 MEESTERTEKEN TB in ligatuur
2 STADSKEUR wapen Amsterdam
3 JAARLETTER V (?)

later toegevoegd:
ZI (sinds 1953; keur voor zilveren voorwerpen aangeboden in voltooide staat; eerste gehalte = 925/000)

Inventarisnummer

BR1584

Literatuur

Veilingcatalogus Paul Brandt, Amsterdam, 10-13 oktober 1967, lot 857, met afb.;

Abraham L. den Blaauwen, Zilver op Sypesteyn. Een keuze uit het bezit van de Martens-Mulder-Stichting en de Van Sypesteyn-Stichting, z.p. / Nieuw-Loosdrecht 1996, nr 9;

Jean-Pierre van Rijen, Martens-Mulder Collectie. Zilver uit de 17de en 18de eeuw, z.p. 2018, p. 271, 274; afb. p. 264, 272-273, cat.nr 11