TWEE ZOUTVATEN

19de eeuw

onbekende zilversmid

De zoutvaten bestaan uit een voet en een cuppa, beide symmetrisch van opbouw, verbonden door een stam die is uitgewerkt als een beeldengroepje. Elke voet is opgebouwd uit kwabachtige vormen waarin een ovale, blanco cartouche en een parelrandje zijn opgenomen. Op de ovale bovenzijde, weergegeven als een ‘grondje’ met stenen en gras, zit een naakte vrouw op een liggende ram (A) respectievelijk een naakte man op een liggende geit (B). Elke cuppa is aan een korte zijde voorzien van een hoog opgedreven engelenkopje met vleugels. De ovale rand toont kwabachtige vormen, terwijl de gewelfde bak een anatomische structuur suggereert.

Beide zoutvaten zijn geïnspireerd door zoutvaten van Adam en Christiaen van Vianen. Zij herinneren enigszins aan een zoutvat met een zittende satyr (Atelier van Christiaen?), nu in het Nationalmuseum van Stockholm.[1] In de jaren 70 van de 19de eeuw nam Robert Garrard in Londen de cuppa van Van Vianen als uitgangspunt voor schaaltjes op schelpvormige pootjes (hieronder), soms bewaard met bijbehorende lepels.

[1] Ter Molen 1984, dl. 2, nr 615; Zeldzaam zilver uit de Gouden Eeuw. De Utrechtse edelsmeden Van Vianen (cat. Centraal Museum, Utrecht), Utrecht 1984, nr 102. Met dank aan de heer dr J.R. ter Molen, Apeldoorn. Nationalmuseum, Stockholm, inv.nr NMK 47/1963.

Afmetingen

A hoogte 19,5 cm, breedte 15 cm
B hoogte 21, breedte 15 cm

Materiaal

Zilver

Gewicht

A 500,8 gr
B 532,6 gr

Merken

geen

Inventarisnummer

BR0802 (A), BR0803 (B)

Literatuur

Jean-Pierre van Rijen, Martens-Mulder Collectie. Zilver uit de 17de en 18de eeuw, z.p. 2018, p. 293, 296; afb. p. 294-296, cat.nr 74